Nieuwe methode voor optimaal akoestisch ontwerp in open kantoorruimten
De traditionele methoden voor het evalueren van het akoestisch ontwerp maken gebruik van gegevens over niet-bezette open ruimten. Pas als je de activiteiten waarvoor de ruimte is ontworpen, meeweegt en rekening houdt met factoren als personele bezetting kunnen akoestische modellen een significante en relevante bijdrage leveren aan het ontwerp. Jack Harvie-Clark, oprichter van het adviesbureau Apex Acoustics, paste de theorie in de praktijk toe en ontwikkelde een nieuwe, op bezetting gebaseerde methode voor akoestisch ontwerp.
De traditionele manier voor het beoordelen van de prestaties van de ruimten in gebouwen is het bepalen van de manier waarop de ruimte reageert op geluid en metingen met een geluidsmeter als de ruimte leeg is. Dat kan zijn in termen van nagalmtijd, omgevingsgeluid of verstaanbaarheid van spraak. Deze akoestische respons van een ruimte is echter maar één manier waarop kan worden bijgedragen aan akoestische tevredenheid. Dit zegt echter helemaal niks over de werk-gerelateerde bezetting in de ruimte of het soort activiteiten dat erin plaatsvindt - factoren die intuïtief van invloed zijn op de akoestische tevredenheid van de gebruikers.
“Als je er vanuit een andere invalshoek naar kijkt, wat gebruikers van de kantoren zeggen over hun ervaringen, krijg je een ander perspectief van wat goed is en wat niet”, zegt Jack Harvie Clark.
Drie pilaren van akoestische tevredenheid
Voor een beter beeld is het nodig de drie pilaren van akoestische tevredenheid te verkennen en te definiëren:
1) Akoestische respons van een ruimte
2) Adjacencies, activiteiten en in-situ omgeving.
3) Mensen, persoonlijke voorkeuren en cultuur.
“Je moet weten of mensen voornamelijk telefonisch werk, individueel werk doen of veel moeten samenwerken met andere mensen in het kantoor. Dat is de tweede pilaar. Maar de derde pilaar is het belangrijkste. Het horen van ongewenst geluid is storend, maar ik denk dat de echte impact irritatie is en irritatie komt voort uit een gebrek aan controle. Het gevoel van controle, ook als mensen ervoor kiezen deze controle niet uit te oefenen, heeft een enorme impact. In activiteit-gerelateerde kantoren hebben mensen opeens zelf de controle.”
De context van de activiteiten
Apex heeft een nieuwe methode ontwikkeld waarbij de akoestische impact van verschillende activiteiten op werkplekken in de omgeving wordt gemeten. Daarbij wordt ook de context van de activiteiten meegewogen en niet alleen factoren als afstand en geluidsniveau.
“Als je een ontspanningsplek creëert nabij een locatie waar mensen werken, dan is dat waarschijnlijk storender dan een plek voor samenwerking in de buurt van een rij bureaus. De reden hiervoor is dat mensen bij de ontspanningsplek waarschijnlijk praten over niet-werkgerelateerde zaken. Voor mensen die proberen te werken, is dat irritanter dan werk-gerelateerde gesprekken. Aan de andere kant is een ontmoetingsruimte waarin mensen samenwerken minder gevoelig voor gesprekken tussen andere mensen en kan er prima gewerkt worden met minder bescherming tegen geluid.”
Gevoeligheid in relatie tot geluidsemissie
Apex heeft verschillende soorten ruimten, inclusief de geluidsniveaus die ze uitstoten, beschreven en gecombineerd met de geluidsgevoeligheid van verschillende soorten werk. Deze methode maakt gebruik van de Liveliness index om de gevoeligheid van ieder gebied te beschrijven. Hierbij wordt ook het niveau van achtergrondgeluid meegenomen, een combinatie van geluid van de dienstverlening in het gebouw en het achtergrondgeluid van de activiteiten.
“We doen aannames over de mate van bescherming die verschillende soorten ruimten nodig hebben op basis van hun gevoeligheid voor geluid in relatie tot de uitstoot van geluid van andere ruimten. Dit geeft inzicht in de mate van bescherming tegen geluid dat je per individuele ruimte nodig hebt. We doen geen uitspraken over ontwerpoplossingen. De methode zegt alleen iets over de mate van geluidsbescherming die nodig is.”
Jack vertelt dat goede interieurontwerpers deze methode intuïtief al gebruiken.
“Het eerste wat zij doen, is nadenken over verschillende zones in het kantoor en het inrichten van rumoerige en stille ruimten in verschillende gebieden van het kantoor. Maar als het gaat om de details, wanneer verschillende activiteitsgebieden dicht bij elkaar komen, hebben ze geen goede methode om te beschrijven wat er in termen van geluidsbescherming nodig is. Sterker nog, ze weten niet hoe ze geluidsbescherming moeten rechtvaardigen. Dat is een van de redenen waarom we onze methode hebben ontwikkeld.”
Controle leidt tot grote verbeteringen
Jack komt met een voorbeeld van een kantoor dat opnieuw is ontworpen op basis van activiteit-gerelateerd werken. Er werd helaas niks gedaan aan onderwerpen als de verlichting, de temperatuursomstandigheden of de akoestische normen. Apex heeft onderzoek gedaan naar de akoestische prestaties voor en na de verbouwing. De akoestische parameters die karakteriserend zijn voor de ruimte waren zo goed als identiek. De verlichting en de temperatuursomstandigheden werden ook gemeten.
“We zagen enorme verbeteringen in de manier waarop de mensen de fysieke omgeving beleven. In onderzoeken onder gebruikers bleek de tevredenheid over de verlichting met 23 procent, de temperatuursomstandigheden met 39% en de akoestische omgeving met 21 procent te zijn verbeterd. Er was echter niks veranderd in termen van de fysieke omstandigheden. De mensen waren in hogere mate tevreden, omdat ze in het nieuwe kantoorontwerp een zekere mate van controle ervaarden. Controle over de omgeving verandert de beleving ervan.”
Hogere productiviteit met geoptimaliseerde akoestiek
Jack lijkt dus te suggereren dat je de akoestische tevredenheid kunt verbeteren door mensen keuzevrijheid en een gevoel van controle te geven. Dan zet je volgende stap richting een nog betere geluidsomgeving. Dit is het moment waarop Jack en zijn collega's aan de hand van hun modellen meten waar en in welke mate je een betere geluidsbescherming nodig hebt om de algehele geluidsomgeving te optimaliseren en daarmee het welzijn en de productiviteit van de medewerkers te verhogen.
“We weten dat de hoogste kosten in een organisatie niet gerelateerd zijn aan het gebouw of het ontwerp van het kantoor, maar aan de medewerkers. Als je erin slaagt hen gelukkiger en productiever te maken, dan is het het allemaal meer dan waard.”
Ingewikkeld noch duur
De Apex methode is gebaseerd op modellen, niet op metingen.
“We maken alleen gebruik van modellen, zelfs in bestaande kantoren. Als je voor een bestaand kantoor de effecten van bepaalde veranderingen wilt weten, kun je de veranderingen alleen maar berekenen met behulp van een model. Het is behoorlijk lastig de resultaten van een model en de metingen binnen met elkaar in lijn te krijgen.”
Volgens Jack is de methode ingewikkeld noch duur.
“Een scherp oog is voldoende”, lacht Jack. “Het is niks duurder dan de andere vormen van akoestische advisering. Het gaat puur om het op een meer holistische manier denken, vanuit een ander perspectief. Je kunt de fysieke akoestische omgeving niet los zien van de activiteiten die de mensen erin uitvoeren.”
Tekst: Lars Wirtén
Voetnoot: In de aanstaande ISO 22955 norm wordt aan de Apex methode gerefereerd als een methode voor het bepalen van de akoestische eisen voor verschillende gebieden met verschillende soorten gebruikers