Verlichting
Dit hoofdstuk geeft uitleg over visuele eigenschappen zoals vermeld op de productpagina's en andere feiten over verlichting.
Systeem effect
Systeem effect is het totale verbruik per armatuur, waarbij de LED module en LED driver bij elkaar zijn opgeteld. De eenheid is Watt (W).
Lichtbron
Het verbruik van de lichtbron is apart gespecificeerd. De eenheid is Watt (W).
Lichtstroom
Lichtstroom is de totale hoeveelheid zichtbaar licht die een lichtbron in alle richtingen uitstraalt. De eenhoud voor lichtstroom is lumen (lm).
Lichtrendement
Lichtrendement is de eenheid die de opbrengst van het armatuur uitdrukt.
Formule: Lichtstroom lm / Systeemverbruik W = Rendement lm/W
Kleurtemperatuur
Kleurweegave index (CRI)
CRI is een algemene aanduiding hoe natuurlijke kleuren overkomen wanneer deze worden belicht door een bepaalde lichtbron. In het algemeen wordt een CRI van Ra 70 of meer gevraagd voor de meeste interieurtoepassingen.
De eenheid van Colour Rendering Index is Ra.
Kleurtolerantie
Macadams is een meetmethode die het niveau van sorteren aangeeft (binning). LED Doides hebben een natuurlijke spreiding in kleurtemperatuur ondanks dat ze volgens dezelfde specificatie worden vervaardigd. Om een homogene installatie met vele lichtarmaturen te garanderen mogen de LED diodes onderling niet te veel afwijken. De methode om dit op te lossen is om ze te sorteren (binning).
MacAdams 1-3 gangbaar voor toepassingen waar hoge eisen gelden voor egale kleurkwaliteit.
MacAdams 3-5 gangbaar voor algemene interieuromgevigen
MacAdams 5-7 met name voor buitenomgevingen en producten met lage eisen.
De eenheid voor MacAdams is SDCM (Standard Deviation of Color Matching).
Lichtopbrengst ratio
Lichtopbrengst Ratio (LOR) is het percentage licht van de lichtbron die het armatuur uitstraalt. Voor LED fittingen is dit 100%.
Light data/polar diagram
Een lichtverdelingscurve wordt in een polair diagram curve uitgezet. Het geeft de lichtsterkte van het armatuur in candelas per kilolumen (cd/klm) in verschillende richtingen als een functie van de kijkhoek in een of meer vlakken. Een ononderbroken lijn toont de verdeling van het licht loodrecht op de longitudinale as van de lamp, en de gestreepte lijn toont de lichtverdeling in de lengterichting. Boven en onder richting toont de directe of indirecte lichtopbrengst van het armatuur. De lichtopbrengst gegevens kunnen ook worden gebruikt voor lichtberekeningen (bijvoorbeeld Dialux).
Verwachte levensduur
LED modules zijn herkenbaar als L70, L80 of L90.
De L-waarde beschrijft de lichtopbrengst in een percentage, verwacht als de opgegeven tijd bereikt is en gecombineerd met de verwachte branduren.
Bijvoorbeeld: L90 >100000h = 90% lichtopbrengst vergeleken met de oorspronkelijke waarde na 100000 uur branduren.
LUX
Lux is een eenheid van verlichtingssterkte in een bepaald gebied. Met andere woorden: lichtintensiteit.
We gebruiken lux om de hoeveelheid licht te meten in een bepaald oppervlak. Een lux is gelijk aan een lumen per vierkante meter. Lux is een belangrijke eenheid om vast te stellen wat wij zien als de helderheid van een lichtbundel. Als de lichtuitstraling geconcentreerd is over een smaller gebied, zien we dit als zeer helder. Als de lichtuitstraling over een groter gebied is verspreid, zien we dit als zwak.
De eenheid voor verlichting is Lux (lx).
Beschermingsgraad (IP)
Lichtarmaturen zijn voorzien van een IP Code. IP benaming bestaat uit twee cijfers die de mate van bescherming tegen vaste voorwerpen, vocht en water aanduiden.De tabel hieronder beschrijft de respectievelijke IP Codes.
De gangbare IP norm voor kantoren en scholen is IP20.
Soort bescherming object | Bescherming tegen vocht en water | ||||
Niet beschermd | Druppelend water | Sproeiend water | Opspattend water | Water stralen | |
Bescherming tegen elektrische schokken | IP20 | IP21 | IP23 | ||
Bescherming tegen elektrische schokken | IP40 | IP41 | IP43 | IP44 | IP45 |
Stofveilig | IP54 | IP55 | |||
Stofdicht | IP65 |
Apparaat klasse
In de elektrische apparatenindustrie worden de volgende IEC beschermingsklassen gebruikt om de verschillen tussen de eisen voor beschermende aarding aan te geven. De tabel hieronder beschrijft de klassen voor verschillende toepassingen.
Klasse I
Elektrische installaties waarbij het onderstel is verbonden met de aarde met een aparte terminal.
Klasse II
Een dubbel geisoleerd elektrisch apparaat wat zodanig is ontworpen dat een beschermende verbinding met de aarde overbodig is.
De basisvoorwaarde is dat geen enkele storing een gevaarlijke spanning mag veroorzaken, zodat dit een elektrische schok zou kunnen geven, zonder te vertrouwen op een geaard metalen behuizing. Meestal wordt dit bereikt door twee lagen isolatiemateriaal te voorzien op de omringende delen of met behulp van een versterkte isolatie.
Klasse III
Een Klasse III armatuur is een armatuur waarin beveiliging tegen elektrische schokken beveiligd is aan de hand van een laag voltage (SELV keten) en waarin geen hogere spanning dan die van SELV wordt gegenereerd.
CE goedkeuring voor lichtarmaturen
Voor armaturen die verkocht worden in de EU is een CE markering verplicht. Dit betekent dat het product voldoet aan de eisen van CE richtlijnen.