Eisen voor brandveiligheid voor systeemplafonds
De veiligheidseisen die voor de brandwerendheid van verlaagde plafonds gelden, verschillen per type ruimte en gebouw, waar het plafond moet worden geïnstalleerd.
In de nationale bouwvoorschriften worden gedetailleerde richtlijnen gegeven. Er zijn echter twee algemene eisen die van cruciaal belang zijn voor het verlaagde plafond bij een beginnende brand en deze zouden "verplicht" moeten zijn voor alle ruimten:
-
Verlaagde plafonds dienen een te verwaarlozen effect op het brandproces en rookproductie te hebben. Hieraan wordt voldaan met een plafond, dat bestaat uit materialen en bekledingen die minimaal voldoen aan Euroklasse B-s1, d0.
-
Verlaagde plafonds dienen niet te breken of in te storten tijdens de eerste stadia van de brand, waarin evacuaties en reddingsoperaties worden uitgevoerd. Hieraan wordt voldaan als het plafondsysteem ongeveer 300ºC kan weerstaan (de warmtestraling van een rookgaslaag van 300ºC is wat een brandweerman in volle uitrusting kan weerstaan.)
Lees hier meer over Brandveilig ontwerpen in gebouwen.
Brandtesten en classificatie van producten
Testen op brandveiligheid
De methodes voor het testen van brandveiligheid zijn zo ontworpen dat ze de verschillende stadia van brand nabootsen. Dat betekent dat testen op de bekleding van het oppervlak worden uitgevoerd met behulp van brandhaarden die het begin- en groeistadium van de brand simuleren. Deze testmethodes, ook wel "brandgedrag"-testen genoemd, hebben als doel de bijdrage te bepalen van producten en materialen aan het begin van een brand als het gaat om:
- Brandvoortplanting
- Vlamuitbreiding
- Warmteafgifte
- Rookproductie
- Optreden van brandende druppels/deeltjes
Normaalgesproken worden "brandgedrag"-testen op kleine of middelgrote schaal uitgevoerd.
Lees hier meer over brandtesten: Brandwerendheidstesten
Het Europese systeem - Euroclass
Het test- en classificatiesysteem voor oppervlaktebekledingen en materialen op brand in Europa is gebaseerd op he Euroclass systeem, gedefinieerd door EN 13501-1.
In totaal zijn er 39 Euroklassen verdeeld over 7 niveaus, A1, A2, B, C, D, E en F. Hierbij staat A1 gelijk aan het beste en F staat gelijk aan niet-geclassificeerde materialen.
De meeste hoofdklassen omvatten ook een aanvullende classificatie met betrekking tot de rookontwikkeling en de aanwezigheid van brandende druppels en deeltjes.
De rookklassen zijn: s1, s2 en s3, hierbij is s1 de beste klasse.
De klassen voor brandende druppels en deeltjes zijn : d0, d1 en d2, waarbij d0 de beste is.
1 = Hoofdklasse
2 = Rookproductie
3 = Optreden van brandende druppels/deeltjes
IMO certificering
De IMO-certificering wordt verleend door de Internationale Maritieme Organisatie, een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties dat verantwoordelijk is voor het regelgevingskader voor de scheepvaart, waaronder de maritieme veiligheid.
Plafondproducten die de IMO-certificering behalen, voldoen aan de toepasselijke brandnormen (richtlijnen) opgesteld door de Organisatie. De certificering is onderverdeeld in twee modules: module B (typeonderzoek), die overeenkomt met producttests uitgevoerd door een aangemelde instantie, en module D, die overeenkomt met de kwaliteitsborging van de productie.